© Historisch Documentatiecentrum Marinebedrijven
Monumenten en kunstwerken op de Rijkswerf Willemsoord.
“Het Anker van de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau”.
Net achter de sloepenloodsen van het Marinemuseum aan het kanaal staat een monument met een anker van de kanonneerboot Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau . Het monument, een ovaal van straatklinkers en in het midden een verhoging van natuurstenen met daarop het zwart geschilderde stokloos anker (spekanker). Het anker werd opgedoken en gelicht door bemanningsleden van de mijnenveger Hr.Ms. Woerden op 21 juni 1984 voor de kust van Callantsoog. Hier was het schip vergaan op 14 mei 1940 door een luchtaanval van de Duitse invaller terwijl het schip probeerde uit te wijken naar het Verenigd Koninkrijk. Het monument is onthuld op 18 mei 1988.
Op de natuurstenen is een bronzen plaquette aangebracht met daarop een afbeelding van de kop van Noord-Holland, de Afsluitdijk en het westelijk gedeelte van Friesland. In het midden is de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau afgebeeld. Tekst boven: “Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau 13-14 mei 1940". Rechts onderaan staat de tekst: "De Wonstelling was door de Duitsers veroverd en het schip had opdracht gekregen de Duitse artillerie aldaar onder vuur te nemen, de enkele correcties die nodig waren, werden van Kornwerderzand uit telefonisch naar Den Helder doorgegeven en vandaar uit radiografisch aan het schip gezonden. De Duitsers werden door de beschieting gedwongen hun artillerie terug te trekken".
Historie van de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau. De historie van de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau is nauw verbonden met de inval van de Duitsers in mei 1940 in ons land. De Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau was een Nederlandse kanonneerboot gebouwd door de Zeeuwse scheepswerf “Koninklijke Maatschappij de Schelde” uit Vlissingen. Het schip, dat vernoemd was naar Johan Maurits van Nassau-Siegen gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië, was gebouwd om dienst te doen als stationsschip in de Nederlandse Antillen. Op basis van het ontwerp van de kanonneerboten van de Floresklasse werd Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau op 17 juli 1931 op stapel gezet bij de Koninklijke Mij. De Schelde (KMS) te Vlissingen. Het schip werd geen zusterschip van Hr.Ms. Flores en Hr.Ms. Soemba maar een sterk verbeterde versie van deze kanonneerboten. Het schip werd op 5 april 1933 in dienst genomen en vertrok op 29 juni van dat jaar naar Curaçao. In 1937 keerde het schip terug naar Europa om in de Spaanse wateren Nederlandse Koopvaardij schepen te beschermen tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Deze moesten beschermd worden tegen de Nationalistische Spaanse schepen, bijgestaan door de Italiaanse en Duitse marines, die in opdracht van Generaal Franco de koopvaardijschepen wilden opbrengen. De koopvaardijschepen werden hierbij in konvooien door de Straat van Gibraltar begeleid. Hiervoor was een internationale Combined Fleet opgericht bestaande uit vooral Britse oorlogsschepen maar Nederland wilde de eigen koopvaarders liever laten beschermen door Nederlandse oorlogsbodems.
Op 21 januari 1938 keerde de kanonneerboot terug in Den Helder voor onderhoud en modernisering. Hierbij werd een kleine luchtafweer batterij aangebracht die bestond uit vier 12,7mm mitrailleurs in Solothurn dubbelopstelling. Bovendien werd de brug gemoderniseerd en dicht gemaakt. Vervolgens vertrok het schip op 27 mei 1938 weer naar de Straat van Gibraltar waar tot 28 september wederom konvooidiensten werden verricht. Op 6 oktober 1938 keerde de Johan Maurits in Den Helder terug waarop het schip gereed gemaakt werd voor een nieuwe periode in Nederlands West-Indië. Hier kwam het schip begin 1939 aan. Deze periode werd onderbroken door de mobilisatie in Nederland, vanaf september 1939, in verband met het dreigende Duitse gevaar. Het nieuwe artillerie instructie schip Hr. Ms. Van Kinsbergen zou de taak van stationsschip van de Johan Maurits overnemen. Op 31 oktober 1939 arriveerde de Van Kinsbergen in Willemstad en keerde de Johan Maurits terug naar Nederland. Na een onderhoudsperiode in Den Helder werd Vlissingen haar nieuwe basis van waaruit zij bewakingsdiensten verrichtte samen met de kanonneerboot Hr. Ms. Flores. De Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau en de stelling Kornwederzand tijdens de de Duitse inval in 1940. De Duitsers vielen Nederland op 10 mei 1940 binnen en twee dagen later waren ze bij Leeuwarden. Het plan was om de Vesting Holland zowel van de noord-, oost- alsmede de zuidkant aan te vallen. De noordelijke route liep langs de Afsluitdijk, waar 255 Nederlandse soldaten in zware fortificaties de wacht hielden aan de oostzijde van de dijk. Een even zware fortificatie was aan de westzijde, nabij Den Oever, gebouwd. Hoewel de Duitsers zich bewust waren van het feit dat de Afsluitdijk zwaar gefortificeerd was met kazematten, werd er besloten om een poging te wagen om de Afsluitdijk over te steken. Op 12 mei, nadat de Wonsstelling was ingenomen, rukten de Duitsers op naar de Afsluitdijk. De Wonsstelling was een verdedigingslinie ten oosten van de Afsluitdijk in de provincie Friesland ten tijde van de Duitse aanval op Nederland in 1940. De Duitsers kwamen om vijf uur 's middags aan op de kop van de Afsluitdijk. Tijdens de Duitse aanval op Nederland in 1940, lag de Johan Maurits op de rede van Vlissingen. Tijdens de eerste dag van de Duitse aanval, op 10 mei, wist het schip een van de Duitse vliegtuigen die mijnen legde bij Vlissingen neer te schieten. In de namiddag van 10 mei kreeg het schip orders om op te stomen naar Hoek van Holland. Kort na de aankomst in Hoek van Holland werd deze order herroepen en moest het schip terug naar Vlissingen, maar omdat de schroef van het schip bij het uitvaren van de haven verstrikt raakte in het anker van een boei werd de nacht doorgebracht in de haven van Hoek van Holland. De dag erna kreeg het schip de opdracht op te stomen naar Den Helder. Onderweg werd het op 13 mei door een Duits Heinkel-vliegtuig aangevallen waarbij het geen schade opliep.
De ochtend van de 13de mei, 1940 begon met een opvallend schouwspel. Op de dijk ten zuiden van Harlingen stonden verschillende Friezen met verrekijkers bewapend te wachten op de slag die weldra zou losbarsten. De kijkers werden niet teleurgesteld. De eerste luchtaanval op Kornwerderzand brak los. Of de kijkers lang zijn gebleven is onbekend, maar het lijkt onwaarschijnlijk vanwege het gevaar van zware explosies en geratel van mitrailleurs op redelijke korte afstand. De eerste luchtaanval op Kornwerderzand bestond uit twee Duitse vliegtuigen. Tot hun grote schrik werden ze opgewacht door luchtafweer. De afgelopen nacht had Schout bij Nacht Jolles een batterij licht luchtafweer ter versterking gezonden. Het bestond uit drie luchtafweer kanonnen van 20mm en vier luchtdoelmitrailleurs. Het effect was enorm, één van de Duitse toestellen stortte in zee en de andere koos het hazenpad. De volgende luchtaanval bestond uit twaalf toestellen die probeerden de luchtafweer uit te schakelen. Deze probeerden in twee golven de luchtafweer te vernietigen, maar alle twee pogingen werden afgeslagen door een moedige bemanning. Er zouden in de loop van de dag nog vier aanvallen volgen, waarvan één vlucht uit zestien toestellen bestond. Het staat vast dat zeker vier Duitse toestellen werden neergehaald en vermoedelijk meer daar verschillende toestellen rokend het strijdtoneel verlieten. Er vielen aan Nederlandse zijde slechts twee licht gewonden. Toen de vliegtuigen verdwenen begon rond 17.20 uur de artillerie neer te komen op Kornwerderzand. Ook schoot een 88mm Flak kanon op de schietgaten van de kazematten maar door de grote afstand was nauwkeurig schieten nagenoeg onmogelijk. Voor de zekerheid werden de kleppen van de schietgaten gesloten. Rond 18.00 uur werd een Duitse verkenning ingezet met in hun kielzog stoottroepen op fietsen. Als dekking werd een constante regen van artillerie afgegeven op Kornwerderzand. Kapitein Boers, de commandant van de stelling, gaf nog steeds geen order tot vuren, maar wachtte tot de Duitsers op 800 meter genaderd waren en liet toen het vuur openen vanuit kazemat VI. Het effect was overweldigend. De Duitse troepen lieten zich van hun fietsen vallen en zochten op de naakte dijk dekking in een greppel, anderen renden naar de andere kant van de dijk. Deze werden onder vuur genomen door kazemat II (2). Tijdens de chaotische terugvlucht bleven de granaten en mitrailleurkogels door de Duitse aanvallers snijden. Om 19.20 uur werd het Nederlandse vuur gestaakt. Tijdens deze aanval zouden vele gewonden zijn gevallen aan Duitse zijde, waaronder drie doden. Aan Nederlandse zijde vielen geen slachtoffers. Onder de duisternis trokken de laatste Duitsers zich terug. In overleg tussen kapitein Boers en schout bij nacht Jolles op 13 mei was overeengekomen dat er iets tegen de Duitse beschietingen moest gebeuren. Vanuit Den Helder werd Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau de Waddenzee opgestuurd. Daar dit een gevaarlijke inzet was (er was kans dat het schip opgemerkt zou worden door Duitse vliegtuigen en als een rat in de val zou zitten) vroeg Jolles om hulp. Die hulp moest komen van de Britten in de vorm van de Valorous, een torpedobootjager uitgerust met veel luchtafweer. Maar de commandant van dit schip had geen zin in dit avontuur en verlegde haar koers in de Texelstroom en koerste op Engeland aan. De Johan Maurits ging alleen verder en bij het passeren van de zandplaat Riepel, aan de noordrand van de Texelstroom, werden twee motorsloepen vol geladen met levens- en verbandmiddelen voor dreg gelegd om als eventueel toevluchtsoord te dienen. De kanonneerboot zelf ging achteruit door tot binnen de Doove Balg, het vaarwater in het oostelijke verlengde van de Texelstroom en ging voor anker. Verder durfde commandant Kronenberg niet te gaan in verband met de geringe diepte van het water. Rond de klok van 09.00 uur verzocht de kapitein Boers aan Den Helder het vuur te openen vanaf de Johan Maurits van Nassau . Enkele minuten later kwamen de eerste granaten uit de 15cm kanonnen naar Kornwerderzand. Ze sloegen voor de kust in zee. Na enkele correcties, doorgegeven via de waarnemers in Kornwerzand, de luitenant Ham (links van de dijk) en luitenant IJzereef (rechts van de dijk), kwamen de granaten perfect op hun doel terecht. De Duitse artillerie werd hierdoor uitgeschakeld. de Duitse tanks en pantserwagens, die zich op de Friese Dijk en omgeving hadden verzameld, trokken zich in verwarring terug richting Bolsward. Na ruim honderd schoten werd de dreiging van Duitse vliegtuigen te groot en werd het anker gelicht en vertrok de Johan Maurits van Nassau richting Den Helder. De voorgenomen nieuwe aanval op de Nederlandse stelling werd door de Duitse commandant General Feldt afgelast. Het 21e Kavallerie-Regiment werd als dekking achter gelaten en de rest van de Duitse troepenmacht werd verplaatst naar Stavoren en Lemmer. De stelling Kornwerderzand werd niet ingenomen. De ondergang van Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau op 14 mei 1940. Om 15.46 uur op 14 mei 1940 ontvangt de Commandant van de Stelling van Den Helder het volgende telexbericht van de Chef van de marinestaf: "Havens versperren, vernielingen uitvoeren, zooveel mogelijk personeel en materieel, behalve wat nodig is voor handhaving orde en bewaking, naar Engeland zenden, meeste spoed, dit is de laatste telexorder, wij verbreken verbindingen en vernietigen telexmachines". In een telefonisch gesprek met de Opperbevelhebber van land- en zeemacht deelt deze ontroerd mee, dat hij tot capitulatie had moeten besluiten, waarbij het bombardement van Rotterdam de doorslag had gegeven. Schriftelijke bevelen over de wijze, hoe verder gehandeld dient te worden, konden over een uur tegemoet worden gezien. Om ongeveer 17.00 uur ontvangt de Commandant van de Stelling van Den Helder het telexbevel voor de capitulatie waarin staat dat Duitsland hedenmiddag Rotterdam heeft gebombardeerd. Hij had de evacuatie van personeel en materieel reeds in gang gezet. Als gevolg daarvan vertrokken, na de nodige voorbereidingen, omstreeks half vijf, Jan van Brakel, Johan Maurits van Nassau, Nautilus en Douwe Aukes. In verband varend en met een vaart van 13 knopen richting Engeland. Ook de torpedoboot Hr. Ms. G 13 en de mijnenlegger Hr. Ms. Medusa sloten zich bij dit gezelschap aan. Ongeveer 10 mijl ten westen van Callantsoog werden de schepen aangevallen door Duitse bommenwerpers. De vliegtuigen, met de zon in de rug, hadden het in eerste instantie gemunt op de Johan Maurits van Nassau, het grootste van de in kiellinie varende schepen. Om ongeveer half zeven werd de kanonneerboot getroffen door twee bommen waarvan er één op het voorschip terecht kwam en door de munitielift een aantal dekken lager, bij de munitiebergplaats van het voorste 15cm kanon, tot ontploffing kwam waardoor een hevige brand ontstond. De tweede bom raakte de stuurboord motorsloep en explodeerde, buitenboord, ter hoogte van de waterlijn. Deze tweede bom veroorzaakte een aantal gaten in de scheepswand die echter niet fataal waren. Uit voorzorg werd snel de bakboord motorsloep gestreken. De brand bij de voorste 15cm munitie- bergplaats die met alle mogelijke middelen bestreden werd onder leiding van eerste officier LTZ 1 Schoo werd echter wel fataal. De brand was te fel en kon niet bedwongen worden. Na ongeveer 10 minuten kwam de munitiebergplaats tot ontploffing waardoor het lot van de Johan Maurits van Nassau werd bezegeld. Het voorschip begon dadelijk te zinken waardoor het achterschip naar boven kwam en de schroeven zichtbaar werden. Zo bleef de kanonneerboot nog een kleine tien minuten drijven zodat alle overlevenden van boord konden springen. De bemanning van de motorsloep begon meteen gewonden uit het water op te pikken en ook Hr. Ms. Jan van Brakel, Nautilus en G 13 schoten te hulp. Terwijl op het zinkende schip nog steeds op de aanvallende Duitse vliegtuigen geschoten werd met één van de 40mm mitrailleurs hielden de Medusa en Douwe Aukes hun westelijke koers aan en namen geen deel aan de reddingswerkzaamheden omdat zij nog een groot aantal mijnen aan boord hadden. Er waren 17 doden te betreuren bij de ondergang van Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau. Kort nadat de Nederlandse kanonneerboot definitief in de golven van de Noordzee verdwenen was, waren alle drenkelingen uit zee opgepikt. De reddingswerkzaamheden werden vergemakkelijkt door een kalme zee en het feit dat het nog volop licht was. De commandant van de Nautilus, de oudst aanwezige officier, kapitein-luitenant-ter-zee J.A. Gauw, gaf de G 13 de opdracht om zoveel mogelijk gewonde of in shock verkerende overlevenden terug naar Den Helder te brengen. De torpedoboot nam 45 geredden aan boord, onder wie commandant Kronenberg, terwijl de overige ruim 60 overlevenden aan boord van de mijnenleggers bleven. Intussen had commandant LTZ 1 Wessels van de G 13 via de radio vernomen van het nieuws van de capitulatie en wilde eigenlijk liever niet naar Den Helder terugvaren, omdat hij zich dan aan de Duitsers zou moeten overgeven, maar voerde de opdracht toch uit. De Dorus Rijkers, een schip van de Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaatschappij (NZHRM), had om zeven uur de haven van Den Helder verlaten naar aanleiding van SOS seinen afkomstig van Hr. Ms. Jan van Brakel. De Dorus Rijkers voer door het Schulpengat en ontmoette even later Hr. Ms. G 13. De 45 gewonde schipbreukelingen werden overgenomen en de Dorus Rijkers voer onmiddellijk terug naar de haven van Den Helder. Ondanks de capitulatie werd de reddingsboot op de terugweg nog bestookt met bommen en mitrailleurvuur door Duitse vliegtuigen maar werd niet getroffen. De G 13 ging op tegen koers om weer rendez-vous te maken met de overige Engelandvaarders. Hr. Ms. Jan van Brakel werd later, rond half tien, aangevallen door een Duits vliegtuig en door het mitrailleurvuur van het vijandelijke vliegtuig vielen nog een dode en enkele gewonden. Verder hebben de vier mijnenleggers en Hr. Ms. G 13 bij hun tocht naar Engeland geen bijzondere moeilijkheden meer ondervonden en zij kwamen in de namiddag van 15 mei behouden aan in The Downs, de wateren tussen Dover en de Goodwin Sands, de zandbank in het Nauw van Calais. Het Kanon III (ROM 3) van Hr.Ms. kanonneerboot Johan Maurits van Nassau. Op 15 juli 1993 heeft men succesvol het achterste kanon uit het wrak van de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau, voor de kust van Callantsoog, weten te bergen. Met dit kanon werden de schoten gelost waarmee de Duitse opmars over de afsluitdijk werd gestopt. Het is een 15 cm kanon met een bereik van ruim 18 kilometer. De berging werd belangeloos uitgevoerd door Smit Internationale-Takmarine bijgestaan door de Duik- en demonteer- groep van de Koninklijke Marine. De restauratie is voor het grootste gedeelte gedaan door vrijwilligers op de Bewapeningswerkplaatsen en de Rijkswerf. De kosten werden opgebracht door personeelsverenigingen en stichtingen verbonden met de Koninklijke Marine en door de Koninklijke Mij. De Schelde en Hollandse Signaalapparaten. Het kanon werd op 27 april 1994 geplaatst voor het Koninklijke Instituut voor de Marine en op 20 mei 1994 onder grote belangstelling onthuld. Het Kazemattenmuseum in Kornwerderzand en het Marine monument. Naast het reeds aanwezige “Oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de soldaten die tijdens de meidagen van 1940 zijn gesneuveld in de Wonsstelling" en een monument ter nagedachtenis aan commandant kapitein C.F.J Boers en ondercommandant 1e Luitenant Q.J. Ham, werd op 7 april 2005 bij het Kazemattenmuseum in Kornwerderzand een monument onthuld ter nagedachtenis aan de 17 bemanningsleden van de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau. Het monument is een initiatief van conservator Ton van den Berg nadat een museumgast opmerkte dat de marine slachtoffers slecht vermeld werden op de Telex in Kazemat XIV. Het monument is tot stand gekomen met steun van het Commando Zeemacht, Commandeur L. Bruin, de directeur Marinemuseum H. de Bles en vrijwilligers van het Kazematten- museum. Het monument is ontworpen door Hennie Beverdam, bestuurslid en architect. Het monument is onthuld op 7 april 2005 door de commandant Zeemacht, vice-admiraal J. van der Aa. Op het paneel, dat tussen de twee zuilen van het monument is geplaatst, zijn de namen van de 17 omgekomen bemanningsleden van de Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau aangegeven. Lange tijd is verondersteld dat er een naam miste op het paneel en dat er een 18 e slachtoffer zou zijn geweest. Het zou gaan om Matroos 1e klasse A. van Duin, geboren 27-10-1918, Stamboeknr. 13720. Hij was met de andere genoemde in het boek van Bezemer, “Zij vochten op de zeven zeeën” (p. 42), stuksbemanning op een van de 40 mm luchtafweer mitrailleurs aan boord en bevond zich bovendeks. De verwarring is waarschijnlijk ontstaan doordat in het boek van Bezemer, de matroos 1e klasse van Duyn wordt genoemd. Dit is niet dezelfde persoon als de Sergeant Machinist zeemilicien(zm) D. van Duyne. De naam in het boek van Bezemer moet zijn van Duin i.p.v. Duyn. Matroos 1e klasse A. van Duin is echter gered, uitgeweken naar Engeland en na de oorlog een natuurlijke dood gestorven.
In het museum bevindt zich ook het horloge van de hofmeester 1e klas A.A. Coenraats. Als om vier minuten over halfzeven in de avond de Johan Maurits van Nassau wordt gebombardeerd en tot zinken gebracht, springen veel bemanningsleden over boord. Ook A.A. Coenraats, hofmeester 1e klas, springt, met dit horloge om, in zee. De hofmeester zijn horloge stopt met tikken op het moment dat de kanonneerboot wordt gebombardeerd. De hofmeester Coenraats overleefde dit drama. Hij werd, met andere drenkelingen, opgepikt door Hr. Ms. De Heemskerk, kwam veilig in Engeland aan en diende de hele oorlog op het schip dat hem had gered, in hoofdzaak in de Pacific. Hij leerde zijn latere (Engelse) vrouw kennen, vestigde zich in Engeland en werd uiteindelijk taxichauffeur in Cheltenham. Dat zou hij tot zijn dood in 2002 blijven. Zijn stilstaande horloge bewaarde hij als herinnering, en uiteindelijk gaf hij het aan het Kazemattenmuseum, waar het nu in een vitrine ligt, niet ver van de bril van “Schele Leen” Reeser, de commandant van de Johan Maurits. Plaquette Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau op de kerk in Callantsoog. Op het Kerkje op het Kerkhof in Callantsoog is een plaquette geplaatst in herinnering aan de omgekomen bemanning van de Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau op 14 mei 1940 in de Tweede Wereldoorlog. De plaquette is een initiatief van de Historische Vereniging Callantsoog. Na verkregen toestemming van het kerkbestuur werd de bronzen gedenkplaat op de noord-westhoek van de kerk, in de zogenaamde “Drenkelingenhoek” aan de muur bevestigd. De plaquette werd onthuld op 4 mei 2010 op de “Nationale herdenkingsdag”. Met de onthulling van deze gedenkplaat heeft de Historische Vereniging Callantsoog de aandacht willen richten op wat hier in de oorlogsjaren voor de kust van Callantsoog is voorgevallen. Van de omgekomen bemanningsleden van de Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau, spoelden er acht aan op de Nederlandse kust, waarvan vier op het Noorderstrand van Callantsoog.