© Historisch Documentatiecentrum Marinebedrijven
Monumenten en kunstwerken op de Rijkswerf Willemsoord.
De lichttoren van “Lichtschip 11”
Achter de “Medemblikker Loodsen” en tussen “Gebouw 66” en het “Reddingsmuseum” staat een stalen
toren met een lichthuis. Deze rode toren met lichthuis is afkomstig van Lichtschip nr. 11.
Hoewel er een natuurlijk een voorgeschiedenis is van ontwerp en
aanbesteding begon met de bouw van “Lichtschip 11” op de Rijkswerf
Willemsoord te Den Helder het begin van dit lichtschip.
Begin 1951 verzocht het Nederlandse Loodswezen aan de marinewerf
Rijkswerf Willemsoord om twee lichtschepen te bouwen op basis van
plannen die dateerden uit 1948.
De beide vaartuigen, die de nummers 10 en 11 kregen, liepen op
11 augustus 1951 van stapel en werden verder afgebouwd op de
Rijkswerf. Lichtschip 11 werd in 1953 in gebruik genomen.
Sinds de ingebruikneming heeft het telkens op andere plaatsen voor de
Nederlandse kust gelegen en droeg dan telkens een opschrift dat
betrekking had op het betreffende zeegebied. Lichrschip 11 begon in het
begin van 1953 als “Terschellingerbank" maar werd al gauw verlegd naar
zuidelijker wateren, waar het van 19 mei 1953 tot 14 september 1971 op
station Goeree dienst gedaan als Lichtschip Goeree als vervanger van
Lichtschip 8. Op 14 september 1971 werd het station Goeree voor het
laatst door een lichtschip bezet. Op die datum werd lichtschip nr. 11
weggesleept om klaar gemaakt te worden voor zijn nieuwe positie op
station Texel. Het station Goeree werd daarna ingenomen door een lichteiland.
In november 1971 kwam het lichtschip ter hoogte van Texel te liggen en werd er dus “Texel" opgezet.
Van september 1979 tot november 1983 droeg de nummer 11 het opschrift „Noordhinder". Gedurende
die periode werd het schip een tijdje (1981-1982) uit de vaart genomen om te worden geautomatiseerd.
Daarbij werd de achtermast verwijderd en werd een helikopterdek aangebracht.
Vanaf dat moment functioneerde het lichtschip zonder bemanning.
In juli 1988 werd Lichtschip nummer 11 ter hoogte van Vlieland gelegd en kreeg het opschrift „VI.center".
Op 6 augustus 1988 haalde een onbekende een grap uit door dit opschrift te veranderen in „Tirano", de
naam van een snackbar in Scheveningen. Onmiddellijk werd dit door DGSM ongedaan gemaakt.
Op 16 november 1988 werd nummer 11 weer ter hoogte van de kop van Noordholland voor anker gelegd,
opnieuw voorzien van het opschrift Texel.
In 1991 ging lichtschip nr. 11, op dat moment op de
positie Texel, in een storm ten onder.
In de nacht van 30 september op 1 oktober 1991 brak
de ankerketting tijdens een storm met orkaankracht.
Het schip raakte op drift. Met schepen en helikopters
probeerde men tevergeefs om personeel aan boord
te brengen met de bedoeling een reserveanker uit te
werpen. Dit had geen succes en in de vroege morgen
van 1 oktober 1991 strandde het vaartuig op de Hondsbossche Zeewering bij Petten.
Bergers zagen geen kans om het schip los te trekken en er werd besloten om het verloren gegane schip ter
plekke te slopen.
De Vaarwegmarkeringsdienst van het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken (DGSM) in
hadden alle alle bruikbare materialen van het schip laten halen.
De sloop werf gegund aan Van Eijk sloopwerken BV Den Haag waarmee DGSM geen zeggenschap meer
had over het schip en de sloper de formele eigenaar van het schip werd.
Er dienden zich veel belangstellenden aan voor de lichttoren van het schip, een hoop particulieren uit
Petten toonden belangstelling en er waren plannen om de toren op een plein in Petten te plaatsen.
De Stichting Nautische Monumenten Den Helder had ook belangstelling voor de toren en uiteindelijk
besloot directeur Van Eijk van het gelijknamige sloopbedrijf, om vanwege de nostalgische waarde, de
toren gratis te gunnen aan de Stichting Nautische Monumenten. Hieraan verbonden dat werkzaamheden
voor de demontage van de toren wel werden vergoed.
In Veronica's radioprogramma “Ook goeiemorgen” van 8 oktober 1991 werden voorzitter A. Boon van de
stichting en sloper Van Eijk bij elkaar gebracht. Toen duidelijk werd dat het sloopbedrijf de toren wel wilde
schenken, maar geld nodig had voor de werkzaamheden, bood de omroep aan, in de uitzending van
de week daarop, een inzamelingsactie te houden. De toen pas opgerichte stichting beschikte zelf nog niet
over voldoende liguide middelen. Ook stelde de toenmalige eigenaren van de Russische onderzeeboot
“Foxtrot” zich garant voor het nog ontbrekende bedrag.
Zo kon alles in gang gezet worden voor het van het schip afhijsen en overbrengen van de ongeveer twintig
meter hoge en acht meter brede toren van Petten naar de Rijkswerf Willemsoord te Den Helder.
Op dinsdag 26 november 1991 vond het transport vanaf het terrein van het Hoogheemraadschap te Petten
plaats. Met medewerking van de Koninklijke marine, de Genie, de Koninklijke marechaussee, Spaansen B.V.,
scheepswerf Visser, Mosk kraanverhuur en de Rijkswerf, werd 's morgens om 08.00 uur de operatie gestart.
Het lichthuis werd naar een ponton gebracht in het Noordhollands Kanaal en
hierop gehesen, waarna het naar Den Helder gevaren werd. De rest werd op
vier 10-tons vrachtwagens van de Genie geladen en naar Den Helder gereden.
De gehele operatie is vlekkeloos verlopen. Tegen het middaguur
arriveerden de poten op de rijkswerf en spoedig daarna, met
medewerking van landtransport, werden deze geparkeerd op de
oude helling van scheepmakers ijzer. Ook het transport van de
lichtkoepel op het ponton door het Noord Hollands kanaal, begeleid
door de sleepboten Balgzand en Breezand, ging voorspoedig en
rond 15.15 uur arriveerden deze op de rijkswerf en voor 18.00 uur
was het gehele karwei geklaard. In een later stadium is de toren
opgebouwd op zijn huidige plek.